Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 721
De beslaglegger is op straffe van nietigheid van het beslag verplicht om, zo de eis in de hoofdzaak na het beslag wordt ingesteld, binnen acht dagen na dit instellen een afschrift van de dagvaarding of, zo de eis op andere wijze is ingesteld, van het stuk waarbij het is geschied, aan de derde te betekenen. De voorzieningenrechter kan deze termijn op verzoek van de beslaglegger verlengen, in dier voege dat de verlenging om haar werking te hebben binnen acht dagen na het verstrijken van de termijn schriftelijk aan de derde moet zijn medegedeeld. Tegen de beschikking is geen hogere voorziening toegelaten.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AF3817, Eerste aanleg - enkelvoudig, 75772
Rechtsoort
Handelszaak
Datum uitspraak
22-01-2003
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - enkelvoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank MaastrichtVonnis : 22 januari 2003 Zaaknummer : 75772 / HA ZA 02-567 De rechtbank te Maastricht, enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van: de besloten vennootschap KPN LEASE B.V., rechtsopvolgster van de besloten vennootschap KPN Finans B... -
LJN AU4691, Cassatie, 00624/05 B
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
31-01-2006
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Cassatie
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Hoge RaadOM-cassatie; omvang conservatoir derdenbeslag ex art. 94a Sv. 1. De wetgever heeft voor het conservatoir strafvorderlijk beslag de regeling van het conservatoir beslag in Rv tot uitgangspunt genomen, zij het met de in art. 94c sub a-f Sv genoemde uitzonderingen. De in die bepaling onder a genoemde uitzondering... -
LJN BB1232, Eerste aanleg - enkelvoudig, 273888 / HA ZA 06-3339
Rechtsoort
Handelszaak
Datum uitspraak
25-07-2007
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - enkelvoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank RotterdamKredietverstrekking. Erkenning hoofvordering. Nakosten en buitengerechtelijke kosten afgewezen. Beslagkosten niet nodeloos gemaakt omdat door gedaagde onvoldoende gesteld noch gebleken is dat het voor eiseres ten tijde van de beslaglegging duidelijk behoefde te zijn dat de beslagen geen doel zouden treffen...